Verwachtingen… realistisch of niet?

dissapointedSoms heb ik van die dagen dat ik enorm aan mezelf twijfel.
Zo ook nu! Ik sta op het punt wat te gaan schrijven maar zit enorm in tweestrijd met mezelf. Ik voel me teleurgesteld, verdrietig en een beetje in de steek gelaten en voor mijn gevoel moet ik er wat mee. Lees verder

Geen familie meer…

Ik was me er al tijden van bewust dat ik eigenlijk geen familie had.
Mijn moeder heeft me afgestaan toen ik een half jaar oud was en heeft toen nooit meer naar me omgekeken totdat ik zelf mijn toenmalige voogd aan het werk heb gezet om mijn moeder voor mij te gaan zoeken. Dit is hem toen gelukt en vanaf mijn twaalfde jaar heb ik (geloof ik) een drietal jaren contact met haar gehad. Althans, ik ging soms een weekend naar haar toe. Ik bleek ook nog twee broertjes en zusjes te hebben. Twee broertjes en één zusje woonde bij mijn moeder thuis en één zusje bleek net als ik geen contact met onze moeder te hebben.

Op een gegeven moment ontstond er een ruzie. Die ruzie was vooral te danken aan de mogelijkheid om met mijn moeder te communiceren. Zij eiste namelijk dat ik ‘Mama’ tegen haar zei en als ik dat niet deed dan moest ik maar ‘U’ tegen haar zeggen. In de tijd dat ik in de weekeinden bij mij moeder kwam, bleek al snel dat mijn broertjes en zusje in bijna elke zin het woord ‘Mama’ gebruikten. Ik durfde dit op de een of andere manier niet.

Tijdens onze eerste kennismaking op het internaat waar ik toen zat, had ik mezelf stellig voorgenomen om haar ‘Mama’ te nomen. Ik wist eigenlijk niet of ik dat wel mocht of dat het wel kon, omdat het daar misschien nog te vroeg voor was, maar ik besloot om het toch te doen. Ik weet nog goed. Onze eerste ontmoeting vond plaats in de kamer waar de groepsleidingen altijd overleg pleegde. Ik had van mijn zakgeld frisdrank en gebakjes gekocht, ik had zelf koffie gezet, de kamer helemaal netjes aan kant gemaakt en ik zelf zag er voor zo ver mogelijk op mijn opperste best uit. Mijn broertjes en zusje waren ook met mijn moeder meegekomen en dat maakte het toch wel extra eng allemaal.

Maar goed, ze waren er en ik wilde iedereen te drinken en een gebakje geven. Ik liep naar het koffiezetapparaat en daar kwam het hoge woord er uit! “Wil ‘Mama’ suiker en melk in de koffie?” vroeg ik twijfelachtig? Ik wilde namelijk altijd al een ‘Mama’ hebben en haar ook zo mogen noemen. Anders was het toch geen ‘Mama’ dacht ik. Maar ja, ik had het dus gevraagd en toen gebeurde het. Mijn moeder keek ernstig geschrokken op, draaide haar hoofd in mijn richting en riep met een hardere stem dan ik tot nu toe gewend was: “Wat zei je daar? Hoe noemde je mij!?” Haar hele manier van reageren en doen liet mij enorm schrikken en omdat ik het woord ‘Mama’ niet eens meer durfde te herhalen zei ik iets in de trend van “Of ‘je’ suiker en melk in de koffie wilde?

Kennelijk had ze in de gaten hoe deze situatie ineens heel erg ongemakkelijk was geworden en herpakte zichzelf. Ze zei wat ze in haar koffie wilde en vervolgens ging die kennismaking, gebukt onder een hoop ongemakkelijke spanningen verder. Dát specifieke moment heeft er voor gezorgd dat ik mijn moeder nooit ‘Mama’ meer heb durven noemen.

Door deze gebeurtenis in combinatie met het feit dat mijn broertjes en zusje bij iedere zin het woord ‘Mama’ wel gebruikte, zorgde er voor dat de communicatie tussen mijn moeder en mij niet van de grond kwam.

Direct het eerste weekend toen ik bij mijn moeder kwam, werd mij op het hart gedrukt dat ik haar óf Mama óf U moest nomen maar absoluut geen ‘je’. U vond ik te zakelijk en te afstandelijk en kreeg daardoor ook het gevoel dat ik niet meet een moeder met met bij wijze van spreken een schooljuf te maken had. Dit kreeg ik net als het woord ‘Mama’ dus mijn bek niet uit. Ik probeerde beide ‘titels’ altijd op allerlei manieren te omzeilen door een beetje mompelend iets tegen mijn moeder te zeggen of aan haar te vragen.

Groot bijkomend probleem voor mij was, dat ik op het internaat al op mijn negende jaar had leren roken. Ik rookte dan ook al zware shag en deed dit als een echte bouwvakker. Ik stak toen de ene al met de andere aan. Maar ja, eenmaal bij mijn moeder op weekend, mocht ik maar om het uur roken en ik moest het ook nog eens bij iedere sigaret aan haar vragen. Je snapt het wel… iedere keer weer een hoop gemompel in de hoop dat wie dan ook me er niet eens een keer op aan zou spreken dat ik nooit ‘Mama’ of ‘U’ zei. Door deze alsmaar terugkerende spanningen ontstond er bij mij een hoop stress en werd de zin om een weekend naar mijn moeder te gaan steeds kleiner. Maar ja, ik moest wel helaas.

Op een gegeven moment, ik weet niet meer precies hoe oud ik was en waarom, kregen mijn moeder en ik ruzie. Los van wie er nou schuld was aan die ruzie, liep het bij mijn moeder kennelijk zo hoog op dat ze van de tafel een grote glazen asbak greep en die naar mijn hoofd smeet. Ik kon hem op een haartje na nog ontwijken. Ik heb toen heel bewust in een flits overwogen hoe ik zou reageren. Zou ik die asbak oppakken en hem naar har terug gooien of zou ik weglopen en nooit meer terug komen. Ja ja, zelfs toen al dacht ik alleen maar zwart/wit. Er was voor mij geen gulden middenweg. Ik besloot om de asbak te laten liggen en weg te gaan. Er is toen een paar jaar, twee of drie jaar denk ik geen contact meer geweest.

Ik geloof dat het was dat ik voor het eerst op mezelf ging wonen, dat ik besloot weer contact te zoeken met mijn moeder. Ik was toen 18 jaar. Niets eens meer wetend waar de ruzie toentertijd over was gegaan, pakten we het contact weer op en het leek in eerste instantie goed te gaan. Ik noemde haar nog steeds geen ‘Mama’ en ook ‘U’ kreeg ik nog steeds mijn bek niet uit maar ik had inmiddels wel zélf zeggenschap over wanneer ik rookte of niet. Ik kocht mijn eigen shag en daar had zij niets over te zeggen. Dat zorgde voor een hoop minder stress en mede daardoor konden we het contact op een bepaalde manier weer aangaan denk ik.

Niet heel veel later kwamen er van mijn broertjes en zusje steeds vaker de opmerkingen: “Pascal mag veel meer dan wij. Hij krijgt van alles en als wij ergens om vragen mag het niet of krijgen wij het niet!” Daar hadden ze wel een punt. Hun opmerkingen aanhorende, ging ik bij mezelf na of dat ook echt zo was en ja, sinds het hernieuwde contact mocht ik inderdaad veel meer. Geen gezeur meer in mijn richting en ook kon ik zelf wel bepalen wat ik deed in plaats van dat ik keer op keer door mijn moeder werd tegengesproken of wat dan ook.

Ik sliep nog steeds wel eens bij mijn moeder in de weekeinden en mijn broertjes en zusje waren nog wat jonger dan ik en die woonde dus ook nog steeds thuis. Omdat mijn moeder slechts een kleine huurwoning had, was het normaal dat een van de kinderen bij mijn moeder in het tweepersoonsbed sliep. Eens in de zoveel tijd was ik dus aan de beurt en omdat ik op het internaat gewend was om in mijn onderbroek te slapen en mijn broertjes en zusje dat ook allemaal deden, was dat bij mijn moeder thuis niet anders.

Ik was inmiddels een jongen van 18 jaar en was redelijk ontwikkeld in de loop der jaren. Ik was slank, ontzettend gespierd en breed gebouwd maar eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik me daar toen eigenlijk nog helemaal niet van bewust was. Ik was gewoon ik en met mijn verleden van mishandeling, verwaarlozing, misbruik en vernedering nog vers in mijn rugzak, was ik al helemaal niet iemand die trots op zichzelf was of zichzelf graag zag of mooi vond.

Hoe dan ook, ik sliep dus bij mij moeder in bed. Vaak was het zo dat we best nog eens lagen te praten voor het slapen gaan en mijn moeder had kennelijk iets van een ‘klankbord’ in mij gevonden. De gesprekken waren soms zéér diepgaand en wonder boven wonder kon ik daar goed in mee komen en praten. Ik denk, een half jaar na onze hernieuwd contact, kwam er tijdens een van die gesprekken een ongemakkelijk onderwerp aan de orde. Ze zat ergens héél erg mee maar ze kon er niet met mij over praten zei ze. Ik had zoiets van”Stel je niet aan! We praten toch overal over? Zeg maar gewoon hoor, ik kan het best wel aan!” Ze had me natuurlijk heel nieuwsgierig gemaakt en wilde nu écht weten wat ze dan niet tegen me kon vertellen. Ik bleef maar aandringen en aandringen totdat ze na veel weerstand het hoge woord er uit gooide. “Ik ben verliefd op je geworden sinds we weer contact hebben. Je bent zo groot geworden en zo mannelijk bla bla bla.”

Mijn hart leek ineens 6 slagen over te slaan en het eerste wat ik dacht was: “Fuck dit! Niet weer he?!” Ik ben direct het bed uit gesprongen, heb me aangekleed en ben weggegaan.

Einde band tussen mijn moeder en ik!


Voor alles & iedereen…

Ik heb het vaak gezegd; “Ik kan niets! Ik deug niet! Ik ben dom. Ik ben stom! Ik ben nergens goed voor! Ik ben lelijk! Ik ben een loser! Ik ben waardeloos! Ik zal nooit slagen in dit leven!”

Man! Wat heb ik dat vaak gezegd maar pas geleden, een paar dagen terug, kwam ik er achter dat er één ding was waar ik het allerbest in ben! Ik, ja ja… Ik! De kneus zoals hierboven beschreven, is de ALLER BESTE ACTEUR die er bestaat!
Ik ben zo ontzettend goed in acteren. Zo goed dat ik zelfs mezelf heb laten geloven dat het bij tijden en wijlen wel redelijk met me ging ding. Dat er een opwaartse spiraal zat in het scenario van mijn leven en dat die opwaartse spiraal zou leiden tot een ‘Happy End’. Ik zweer het je! Ik verdien een Oscar.

Terug kijkend op mijn leven kan ik eigenlijk maar weinig tot niets benoemen dat ik echt voor mezelf heb gedaan, dat heeft geleidt tot iets wat mij persoonlijk iets heeft opgeleverd. Iets waar ik echt wat aan heb. Iets waar ik trots op kan zijn. Iets van waarde.

De eerste 18 jaar van mijn leven was ik vooral een ‘Speeltje’ voor grote mensen. Ze konden me als een lappenpop overal mee naar toe sleuren, er heerlijk tegen aan schoppen, me seksueel misbruiken, me martelen, me mishandelen, me verwaarlozen, me uitlenen, met verhuren, me een andere identiteit geven en me vernederen. Misschien dat ik nog iets vergeten ben maar dit zijn de dingen die me toch nog wel zijn bij gebleven. Maar ja, ik noem dit alleen maar op om aan te tonen dat dit een periode waarin ik zelf niets kon doen ten behoeven van me zelf. Er werd voor mij bepaald wat ik moest doen, met wie ik het moest doen, waar ik het moest doen, in welke hoedanigheid ik het moest doen en hoe lang ik het moest doen. Het enige waar ik wél wat invloed op had waren de mishandelingen. Of die méé of tegen zouden vallen. In die zin kon ik dus wel iets doen ten behoeve van mezelf. Mishandelingen hingen namelijk af van hoe ‘braaf en meewerkend’ ik was. Al het andere, dat werd door anderen bepaald. Maar ok, dat is slechts de eerste 18 jaar van mijn leven.

Grote veranderingen in mijn leven waren onder anderen:

– Ik raakte gok verslaafd.
Ik leerde jongens van mijn leeftijd kennen. Ik wilde toch ergens bij horen en trok dus op met de verkeerde mensen. Alhoewel… niet zo zeer de verkeerde mensen maar ik liet me wel door hen beïnvloeden. Zo raakte ik aan het gokken verslaafd. In deze periode kwam er helemaal niets van mij terecht want mijn leven bestond alleen uit gokken en uit criminaliteit en (illegale) handel om aan geld te komen om mezelf te kunnen voorzien in het gokken. Met andere woorden. Dit is niet in de goede zin van het woord, ten behoeve van mezelf geweest.

– Ik kreeg mijn eerste serieuze relatie waarin ik gedurende 6,5 jaar in afgetuigd werd.
Ik leerde een meisje kennen. Zij zat op het meisjes internaat in Zetten. Al heel snel gingen wij samen wonen maar toen bleek al snel dat zij een zogenaamd agressie probleem had. Volgens haar zelf een afwijking in haar rechter hersenhelft waar ze niets aan kon doen en daardoor kon het voorkomen dat ze uit het niets ineens heel agressief werd. Ik was hiervan elke keer het doelwit. Ik werd op regelmatige basis zo enorm mishandeld, dat ik hierdoor regelmatig op de EHBO terecht ben gekomen. Veel mensen vroegen me waarom ik nooit bij haar weg ben gegaan. Voor een deel hield ik van haar en tegelijkertijd was ik bang om alleen te zijn. Het enige wat deze relatie mij opleverde was dus dat ik niet alleen was. Verder alleen maar ellende en een hoop ruzie en mishandeling.

– Ik kickte af van het gokken.
Na 7,5 jaar gok verslaafd te zijn geweest ben ik naar Heesteroord in Ermelo gegaan om af te kicken van het gokken. Ik heb daar 9 maanden intern gezeten en ben daar volledig afgekickt weggegaan. Ik moet eerlijk zeggen. Da’s iets waar ik wel trots op ben en wat wel degelijk ten goede van mezelf is geweest. Helaas, zit er wel een heel groot nadeel aan vast en dat is het volgende punt.

– Ik leerde mijn vrouw kennen.
In Ermelo leerde ik mijn vrouw kennen. Wij zijn direct samen gaan wonen nadat we uit Ermelo weggingen. Na ongeveer 1,5 jaar raakte mijn vrouw zwanger.

– Ik kreeg een kind.
Onze dochter werd geboren.

– We gingen scheiden en mijn dochter werd me afgepakt.

– Ik heb mezelf 5 keer van het leven proberen te beroven.
– Ik heb mijn laatste vriendin leren kennen.
– Ik ben mijn laatste vriendin verloren aan zelfmoord.
– Ik leer mijn kind kennen op haar 13e jaar.
– Ik ga na 16 jaar eindelijk weer aan het werk.
– Ik ga na 13 jaar op een klein klote kamertje te hebben gewoond, eindelijk in een normaal huis wonen in de hoop dat mijn leven eindelijk eens vorm kan gaan krijgen en ik het contact met mijn dochter nog verder kan uitbreiden en ontwikkelen.
– Ik verlies mijn werk weer door alle shit in mijn hoofd.
– Ik verlies mijn dochter weer op haar 18e jaar.
– Ik vind eindelijk een goede hulpverlener.
– Ik verlies die goede hulpverlener weer door mijn zorgverzekeraar.

Had ik het maar nooit gezien (Deel 2)

Tags

, , , , , , ,

# beloningVervolg deel 1

Op een gegeven moment werd in overleg met het internaat en de school besloten dat een hele dag in de klas zitten voor mij gewoon niet haalbaar was. Na wat overleg tussen de directie van de school en het internaat werd dan ook besloten dat ik per dag twee uurtjes bij de conciërge mocht helpen.
Lees verder